Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Gat in gewelfkap

In veel gewelven zijn gaten te zien. Wanneer ze heel klein zijn en oud, kunnen er klankpotten achter schuil gaan. Zijn ze recent, dan zijn ze vermoedelijk aangebracht om kabels doorheen te steken, waaraan dan bijvoorbeeld een kroonluchter gehangen werd. Intrigerender zijn de grote ronde gaten. Zo'gat kan om allerlei redenen aangebracht zijn, tijdens of na de bouw. Meestal gaat het om een hijsgat: een gat om materialen omhoog te takelen. Gaat het om een klokgat, dan bevindt het zich onder een toren of de plaats waar een toren gepland was, zoals in het geval van een niet voltooide vieringtoren. Een klok weegt nogal wat en bij de bouw van het gewelf werd daar rekening mee gehouden. Het klokgat heeft dan ook altijd de vorm van een sluitring (we hebben het dan over een ribgewelf). Een sluitring op een plaats waar nooit een toren voorzien was, wijst op een hijsgat voor zware bouwmaterialen. Maar waar moeten we aan denken bij een gat dat zomaar in een gewelfkap gehakt is? Het kan gaan om een hijsgat op een plaats waar die behoefte tijdens de bouw nog niet voorzien was. Omdat de rand niet opgenomen is in de structuur van het ribgewelf, kan het niet gebruikt worden voor hele zware lasten. Bij heel wat onderhoudsmateriaal, zoals leien voor dakreparatie, is dat geen probleem. Er is nog een heel andere functie denkbaar, in plaats van, of naast de zojuist genoemde: als hemelvaartgat. Ook dan wordt er wat gehesen, maar dat gebeurt als onderdeel van een bijzonder ritueel. In een theatrale setting stijgt Christus (in de vorm van een houten beeld) ten hemel. Een klokgat of hijsgat, al dan niet in een sluitring, kan hiervoor ook gebruikt worden, wanneer het zich op een handige plaats bevindt.

Tekst: Jean Penders (01-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders